Fred Mulder en Ben Janssen hebben in 2013 het 5-componentenmodel voor open onderwijs ontwikkeld. Zie het artikel ‘Open (het) onderwijs’ in het trendrapport OER 2013 voor de achtergrondinformatie. Met het 5COE model is het mogelijk te bekijken waar een onderwijsinstelling zich bevindt, dan wel zich opstelt, op de vijf componenten of dimensies van openheid.
De componenten aan de aanbodzijde zijn de volgende:
1. Open educational resources (OER): de bekende eerste component.
2. Open learning services (OLS): een breed scala aan online en virtuele voorzieningen, die vrij (gratis) of tegen betaling beschikbaar zijn voor begeleiding, advies, bijeenkomsten, communities, teamwork, presentaties, bronnenraadpleging, internetnavigatie, toetsing, examinering, enzovoorts.
3. Open teaching efforts (OTE): de menselijke inbreng in het onderwijs, de inspanningen die docenten, opleiders, ontwikkelaars en ondersteuners in hun verschillende rollen in het onderwijs leveren, in een professionele, open en flexibele leeromgeving en cultuur. In de meeste gevallen zal hiervoor betaald moeten
Aan die vraagzijde bevat het 5COE model de volgende twee componenten:
4. Open to learners’ needs (OLN): lerenden willen onderwijs dat betaalbaar, studeerbaar, kwalitatief aan de maat en interessant is, en ook nog iets oplevert. Om open te zijn mag het onderwijs geen restricties opleggen wat betreft toelatingseisen, tijdstip, plaats, tempo of programma. En moeten er voorzieningen zijn voor levenlang-leren, certificering van praktijkervaring, goede schakels tussen formeel en informeel leren, enzovoorts.
5. Open to employability & capabilities development (OEC): het onderwijs zal ook open moeten staan voor een veranderende samenleving en arbeidsmarkt, de bepalende rol van kennis en innovatie, en de invloed van globalisering, terwijl het tegelijkertijd ruimte moet bieden aan nieuwe vaardigheden, kritisch denken, ethiek, creativiteit, en persoonlijke groei en burgerschap.
Zie ook artikel Naar OER-onderwijs voor iedereen van dezelfde auteurs
@