Vorige week schreef ik over de integratie van MOOCZI in het onderwijs, binnen het vak Onderzoeksvaardigheden. De studenten komen in het vak Onderzoeksvaardigheden voor het eerst in aanraking met termen als populatie, steekproeven, explorerend onderzoek, etc. Laat me voorop stellen dat de opgeleverde onderzoeksverslagen dan ook geen academische rapporten zijn, maar een eerste poging tot een onderzoeksverslag. Het geeft ons een eerste inzicht in hoe de studenten aan de Faculteit ICT denken over de integratie van een MOOC in de huidige lesomgeving.
Grofweg zijn de onderzoeksrapporten te verdelen over de volgende onderwerpen:
– Interesse peiling bij studenten en docenten
– Verwachtingen van studenten en docenten
– Type platform
– Bedrijfsleven en MOOC certificaten
Ik heb de conclusies van alle onderzoeksrapporten nageslagen en bij deze de bevindingen van NID-studenten:
Studenten aan de faculteit ICT denken dat een MOOC het reguliere onderwijs niet zal vervangen, maar dat het inzetten van een MOOC eerder past bij bijv. het volgen van keuzevakken en minoren, voor herhalingslessen en voorbereiding op herkansingen en als extra ondersteuning van de lesstof. Ook een tweede onderzoek naar de verwachtingen van eerstejaarsstudenten aan de Faculteit ICT stelt dat een MOOC als toevoeging op de huidige lesmethode moet dienen in plaats van vervanging. “De belangrijkste argumenten voor de invoering van MOOC is dat dit de zelfstandigheid verhogen en de reistijd wordt verkort.” Reistijd speelt dus een belangrijke rol in het perspectief van studenten ten opzichte van een MOOC. Een ander onderzoek wijst uit dat studenten MOOC graag willen gebruiken als een ondersteunend middel bij het studeren. En daarnaast ook graag MOOC’s willen gebruiken om van andere faculteiten cursussen te volgen. Studenten verwachten video’s, presentaties en oefeningen (welk soort video’s en oefeningen is hier niet verder onderzocht).

Uit een onderzoeksverslag naar welke invulling studenten graag zien in een MOOC blijkt dat communicatie erg belangrijk is en studenten dit liefst in een online omgeving via een discussieforum doen. Daarnaast stellen studenten het persoonlijke contact in de klassieke lesomgeving op prijs, de mogelijkheid om direct een vraag te stellen en antwoord te ontvangen staat hierbij voorop.
Docenten zien een MOOC eerder als een aanvulling op bestaand lesmateriaal en hechten waarde aan de integratie van video en audio aan het huidige lesmateriaal. Wat ze erg belangrijk vinden is dat examens in een gecontroleerde omgeving worden afgenomen. Een kritische succesfactoren is de interactie en communicatie tussen docenten en studenten.
De groep studenten die onderzoek hebben verricht naar welk platform het meest effectief is voor de Faculteit ICT van Zuyd Hogeschool hebben onderzoek gedaan buiten de muren van Zuyd Hogeschool. Ze hebben een interview afgenomen met Willem van Valkenburg (TU Delft) en met Wilfred Rubens (Open Universiteit), en daarnaast 19 ingevulde enquêtes verzameld bij studenten die een MOOC volgen aan een Nederlandse universiteit. Natuurlijk is dit te weinig input om harde conclusie uit te trekken. Kort samengevat concluderen de studenten: voor een internationale doelgroep gaat de eerste keuze naar Coursera, dit platform heeft namelijk al een grote bekendheid en goede gebruikerservaringen, nadelig zijn de hoge kosten. Voor een nationale doelgroep zou OpenU (van Open Universiteit) een geschikte keuze zijn, jammer genoeg is dit platform nog niet beschikbaar voor externe organisaties. Ze adviseren dan ook om toch eerst te experimenteren met platformen die reeds beschikbaar zijn zoals de Blackboard Coursesites.
Als laatste vat de groep die het bedrijfsleven heeft betrokken bij haar onderzoek samen dat bedrijven waarde hechten aan een diploma en MOOC certificering eerder op de lange termijn plaatsen als het MOOC meer gevestigd is in Nederland. Een MOOC wordt door bedrijven vooral als opfriscursus gezien en daarom “uitermate geschikt om onder werknemers toe te passen zodat deze in eigen tempo aan de eisen die gesteld worden qua kennis te blijven voldoen.” Bij dit onderzoek moet ik als kanttekening plaatsen dat ik niet kan achterhalen hoeveel bedrijven hebben deelgenomen aan dit onderzoek.